#HeToo – George Orwell was geen kuise man

#HeToo

Het is zover. George Orwell is eindelijk ontmaskerd als misogynist. Je kon er al een tijdje op wachten dat een feministe deze icoon van de wereldliteratuur zou aanpakken. Dankzij het boek van de Australische Anna Funder, Wifedom – Mrs. Orwell’s Invisible Life, ontdekken lezers en recensenten dat Orwell niet de heilige was die biografen van hem gemaakt zouden hebben. Mark Blaisse kopte boven zijn recensie in Argus, het tijdschrift voor gepensioneerde journalisten: ‘Moraalridder blijkt vrouwenhater’.

Arme Eileen O’Shaughnessy dus (1905-1945), Orwells eerste vrouw. Ze ontmoetten elkaar toen Eric Blair, alias George Orwell, op kamers woonde in een flat die hij deelde met een vriendin van Eileen. Hij was verrukt van haar. Eileen was knap, kwam uit een niet onbemiddelde familie, behoorde tot de eerste lichting vrouwen die aan de universiteit van Oxford Engelse taal- en letterkunde mocht studeren, ze was ad rem, ironisch begaafd, had een groot gevoel voor humor en ze wilde buitenshuis werken. Met deze vrouw zou ik graag trouwen, liet hij meteen aan anderen weten. Dat gebeurde dan ook maanden later, in 1936.

‘Helaas’ moet de conclusie na lezing van Wifedom zijn dat het bewijs voor Orwells vrouwenhaat flinterdun is, of beter nog, niet existent, en eigenlijk opgehangen aan welgeteld één citaat uit Orwells laatste literaire notitieblok, vlak voor zijn dood volgepend. Het is hét citaat dat Funder ging inspireren. Bijna iedereen, maar niet Funder, kan dit lezen als een tekst die misschien nog eens een plek zou krijgen in een volgende roman. Orwell werkte vlak voor zijn dood aan een nieuwe roman over een jonge twintiger die na een schandaal in de toen nog Britse kolonie Birma per schip wordt teruggestuurd naar Engeland. Zoals wel meer schrijvers noteerde Orwell woorden, zinnen, vragen, ideeën en hele passages die misschien later van pas konden komen. Het door Funder ingekorte citaat luidt (inclusief de spelfouten):

‘There were two great facts about women which … you culd only learn by getting married, & which flatly contradicted the picture of themselves that women had managed to impose upon the world. One was their incorrigible dirtiness & untidiness. The other was their terrible, devouring sexuality … Within any marriage or regular love affair, he suspected that it was always the woman who was the sexually insistent partner. In his experience women were quite insatiable, & never seemed fatigued by no matter how much love-making … In any marriage of more than a year or two’s standing, intercourse was thought of as a duty, a service owed by the man to the woman. And he suspected that in every marriage the struggle was always the same – the man trying to escape from sexual intercourse, to do it only when he felt like it (or with other women), the woman demanding it more & more, & more & more consciously despising her husband for his lack of virility.’

Anna Funder concludeert vervolgens: ‘Orwell only ever lived with one wife. These comments refer to Eileen.’

Close reading

Dat lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk. Funder ziet uiteraard dat de tekst in de derde persoon is geschreven, maar dat kan haar niet schelen. Het is ‘as if to distance himself from feelings that were hard to own.’

Orwell is dan wel met slechts één vrouw echt getrouwd geweest, hij heeft ook meer vriendinnen gehad dan biografen betrouwbaar konden tellen – en dat waren heel verschillende vriendinnen, meegaande en tegenstribbelende types, secretaresse-achtige en intellectuele dames. Enkele van deze vrouwen hebben vanaf hun eerste kennismaking met Orwell tot aan zijn dood contact met hem gehouden ondanks wat we nu aanranding noemen. Dus om te beginnen: waarom zouden die sombere gedachten over vrouwen, genoteerd aan het eind van Orwells leven, alleen over Eileen gaan?

Je zou denken dat Funder, zelf schrijfster, geoefend is in close reading en zeker niet in de fout zou vervallen om romanfiguren zonder meer autobiografisch te duiden, nog afgezien daarvan dat het citaat een extreem eenzijdig en overduidelijk om literaire redenen versimpeld beeld schetst van de gehuwde man als slachtoffer. Menige vrouw zou dat beeld toen verbaasd hebben. De vrouw niet netjes en onverzadigbaar? Eerder andersom (de vrijgezel Orwell zelf was geen grote poetser). En dan dat ‘he suspected’: zou Orwell, inmiddels 47 jaar oud, niet al zeker hebben geweten hoe huwelijkse verhoudingen meestal lagen?

Daarnaast strookt het beeld van het huwelijk als valstrik helemaal niet met wat verder bekend is over Orwell, Eileen en hun huwelijk. Vrienden en kennissen betreurden de armoede en de comfortloze cottage waarin ze jaren woonden, bezagen soms kritisch de opoffering van manusje van alles Eileen, maar ze zagen ook de veel te grote workload die Orwell als recensent, columnist, essayist, verslaggever en moestuinadept op zich nam om geld te verdienen, ondanks zijn terugkerende longbloedingen. Maar nooit lees je iets over wederzijdse verachting voor elkaar, terwijl die toch, als zij bestond, af en toe voelbaar moet zijn geweest tijdens de talloze keren dat het echtpaar thuis buren, familie en vrienden ontving – tenzij ze perfect toneel konden spelen, doen alsof.

Ontrouw

Orwell had vóór zijn trouwen, tijdens zijn huwelijk en zeker na de dood van Eileen vriendinnen en scharrels. Hij plette ze wel eens tegen een muur en probeerde ze dan te kussen. Heel jong heeft hij zich waarschijnlijk aan een mislukte verkrachtingspoging schuldig gemaakt, hoewel dat verhaal niet waterdicht is en decennia later pas werd opgeschreven. Hij was onvruchtbaar – wel een pre in die tijd zonder efficiënte voorbehoedsmiddelen en veilige abortus. Naar verluidt liet hij zich meer dan eens ontvallen dat hij graag ‘irresistible to women’ was geweest, wat hij dus niet was. Hij bezocht bordelen, moest tijdens een borrel met vrienden eens gered worden van een ‘tart’. In Birma heeft hij vermoedelijk een inheemse maîtresse gehad. Eileen wees aanvankelijk zijn huwelijksaanzoek af, omdat ze als studente niet werkte en geen beroep wilde doen op Orwells toch al bescheiden inkomsten. Hij moest zich dus seksueel behelpen met (gratis) dates. Alles bij elkaar: een doorsnee man lijkt me. Hij heeft ook toegegeven dat hij Eileen ‘soms ontrouw’ was en ‘I also treated her badly, and I think she treated me badly, too, at times, but it was a real marriage, in the sense that we had been through awful struggles together and she understood all about my work.’

Mistreatment

Funder zoekt overal naar clues voor het ‘verborgen’ leven van Eileen voor wie wife zijn, wifedom, vooral een baan met een uitvoerige job description zou zijn geweest, niet zozeer een amoureuze relatie. We weten niet waaraan Orwell dacht toen hij schreef dat hij haar ‘slecht behandelde’. Dat kan allerlei vormen hebben aangenomen maar Eileen is nooit van hem weggelopen en adopteerde met hem vlak voor haar dood nog een peuter. Dus is het een beetje vreemd dat Funder Orwells gedrag in strijd acht met zijn terugkerende oproep om in het leven ‘human decency’ te betrachten. Dan moet je toch eerst vaststellen dat zijn gedrag onfatsoenlijk was. Niet samen koken, je vrouw te weinig aandacht geven en ook overspel vallen daar niet onder – of is ontrouw ook voor feministen geen vrij natuurlijk gegeven meer? ‘For Orwell, human decency is the ultimate test of a person. Decency is what will save us from totalitarian and other cruel instincts,’ schrijft Funder. Voor haar is Orwell voor die test gezakt door zijn behandeling van Eileen. Hoe precies?

Orwell schreef naar aanleiding van de romans van Charles Dickens, ‘that an author’s mistreatment of a woman in private life should not affect how we read his work’. Het is gefundenes Fressen voor Funder, ze wijdt er zelfs een hoofdstukje aan met een gefingeerde dialoog tussen Eileen en George. Die bevat een ander citaat van Orwell waarover Funder moeiteloos struikelt: ‘If Shakespeare returned to the earth tomorrow and if it were found that his favourite recreation was raping little girls in railway carriages, we should not tell him to go ahead with it on the ground that he might write another King Lear.’

Dickens ging erg over de schreef. Hij achtte zichzelf ‘mismarried’ en heeft bijvoorbeeld geprobeerd om zijn vrouw krankzinnig te laten verklaren om van haar af te komen. Misdadig. Orwell veroordeelt misdadig gedrag zelfs als dat wellicht een auteur inspireert tot meesterwerken. Maar Funder vindt het allemaal nogal dubbelzinnig.

Ze laat na uit te leggen hoe we Dickens’ romans anders zouden gaan lezen, zo van: de schrijver doet wel alsof hij wreedheden tegen arme vrouwen aan de kaak wil stellen, maar thuis deugde hij zelf niet. Dergelijke redeneringen circuleren ook over arbeidersklassevriend Karl Marx (bezwangerde zijn dienstbodes van wie er één stierf aan een mislukte abortus), over de beroemde opvoedingsdeskundige doctor Spock (zelf een slechte vader), over feministe Simone de Beauvoir (hulpje van Jean-Paul Sartre). Ze zijn alleen maar een slecht excuus om hun werk ongelezen terzijde te leggen, vrees ik.

Hoe zouden we Orwells zes romans heel anders gaan lezen nu we meer weten over Eileen? Funder gaat niet op die tijdrovende vraag in. Vrouwen of het huwelijk spelen een doorslaggevende rol in Orwells eerste vier romans en 1984 zou niet compleet zijn zonder Julia, want ook seks, erotiek en de liefde hebben te lijden onder een totalitair regime.

Tumoren en depressie

Wat weten we over seks met Eileen? Het is een soort onderwerp dat biografen vaak links laten liggen, zelfs als er antwoorden mogelijk zijn. Ik vind het in dit geval ook wat genant maar het moet even.

Als Orwell tijdens zijn verblijf met Eileen in Marokko (1938-1939) meent dat hij na hard werken aan zijn volgende roman toch wel ‘een Arabisch hoertje heeft verdiend’, dan zou er bij Funder toch niet alleen een feministisch lichtje moeten gaan branden. Want zo’n zes jaar later sterft Eileen aan een hartstilstand op de operatietafel, tijdens een poging haar baarmoeder vol uitgezaaide tumoren te verwijderen. Bloedingen en helse pijnen begonnen al in 1940 of iets eerder waardoor ze op het laatst een keer kruipend op haar werk verscheen.

Al in dit eerste oorlogsjaar lag ze weken in bed te creperen, ze had ook ernstige bloedarmoede, woog nog maar 45 kilo en leed aan een zware depressie door de dood van haar broer Laurence op het slagveld in Frankrijk. Deze rijke arts was altijd haar steun en toeverlaat, haar backup geweest. Ze ging wel weer werken, maar thuis verzorgde ze zich niet meer, deed bij bezoek soms amper haar mond open. Dus al na vier jaar huwelijk kan seks te pijnlijk zijn geweest of het verdriet te groot om de ‘sexually insistent partner’ te zijn. Haar depressie duurde anderhalf jaar, iedereen, behalve Funder blijkbaar, weet dat je niet te hard aan depressieve mensen moet trekken.

Eileen zou Orwell daarom zijn bordeelbezoek en bedpartners hebben kunnen vergeven en nog steeds van hem kunnen houden, al was het maar uit gewoonte of omdat hun wereld toch op instorten stond, want beide sloten een Duitse bezetting van Engeland niet uit. Funder komt niet eens op het idee om Orwells ontrouw aan Eileens gesteldheid te koppelen, laat staan dat ze de hyperromantische optie onderzoekt of Orwell zich niet, gek van verlangen naar de vroegere Eileen, in de armen van anderen stortte (als je dit fenomeen niet kent, zie dan de film Last Tango in Paris).

Het lijkt erop dat Eileen, door falende diagnoses, door gebrek aan levenslust, door haar fatalisme, veel te lang heeft gewacht met de dure operatieve behandeling (de Britse National Health Service moest nog uitgevonden worden). Orwell kreeg gratis medische zorg van of via vrienden, Eileen niet. Zelfs in haar laatste brief aan haar man, dan aan het werk als oorlogscorrespondent in Frankrijk en Duitsland, zeurt ze nog over de veertig pond die de operatie gaat kosten.

Egocentrisme

Ik denk zeker dat Orwell behept was met dat egocentrisme dat veel kunstenaars eigen is. Zonder focus op hun echte werk zouden ze nooit hebben gemaakt wat later zo wordt bewonderd. Orwell lag soms met zijn typemachine ziek in bed. Eileen schrijft dat ze in de eerste week van hun huwelijk veel ruzie maakten en dat Orwell zich toen beklaagde dat hij maar twee volle dagen echt had kunnen schrijven. Wat deed hij, wat deden zij de overige vijf dagen? Samen afwassen bijvoorbeeld? Niemand die het weet. Ik denk daarbij dan toch ook barmhartig als het om Orwell en zijn toen onbehandelbare tuberculose gaat: wat is je werksysteem als je weet dat je niet oud zult worden? Hij stierf toen hij 47 was en hij leed toen hij Eileen ontmoette al aan tbc. In hetzelfde literaire notitieblok beschrijft hij zijn voortdurende gevoel niet hard genoeg te werken, te weinig te produceren. Het is vast geen pretje met een neurotische workaholic samen te leven. Maar egocentrisme is iets anders dan egoïsme.

Onzichtbaar

Wat Funder over Orwells biografen opmerkt, is meestal ongenuanceerd. In sommige biografieën komt de naam van Eileen honderden keren voor, dus erg ‘invisible’ is ze daar niet gemaakt. Natuurlijk hadden biografen sommige gebeurtenissen met Eileen meer kunnen uitdiepen, zoals Sylvia Topp in 2020 heeft gedaan in Eileen – The Making of George Orwell (waarin volgens een recensent in de Guardian de rol van Eileen in Orwells schrijversleven juist weer veel te zwaar wordt aangezet). Ook hadden de heren zich soms van wat minder wollig taalgebruik mogen bedienen bij beschrijving van Orwell de womanizer.

Het lijkt mij echter unfair om bijvoorbeeld de biografen Bernard Crick en D.J. Taylor, hoewel man en dus ongetwijfeld af en toe ten prooi aan patriarchale bias, ervan te betichten bewust bezig te zijn geweest Eileens rol te kleineren of Orwells gedrag op te poetsen. Sommige cruciale bronnen over Eileen, zoals enkele brieven, zijn nog geen twintig jaar geleden beschikbaar gekomen, lang na de voltooiing van de biografieën. En dan nog weten biografen te weinig met zekerheid over Eileen.

Ook zijn biografen gedoemd te speculeren of vragen te stellen en die niet te kunnen beantwoorden, terwijl Funder meent dat ze een feit hadden kunnen begrijpen als de macho’s maar een beetje harder hun best hadden gedaan.

Biografen vroegen zich bijvoorbeeld af waarom Orwell een huurflat verliet en in een nog slechtere buurt van Londen ging wonen. Hij deelde die eerste flat met een huurster die een vriendin was van Eileen en die haar ongetwijfeld vroeg of laat verteld zou hebben wat Orwell daar deed: met vriendinnetjes in bed duiken. Funder meent te begrijpen waarom hij verhuisde door reconstructie van de tijdlijn van zijn sekscontacten: ‘It would be off-putting <for Eileen> to discover that your suitor is sleeping with someone else and trying to sleep with yet another person while the whole time he is, apparently, falling in love with you.’

Dat kán uiteraard de reden voor de verhuizing zijn geweest maar even zo goed kan Orwell heel andere motieven hebben gehad. Zelf noemde hij geldgebrek, hij ging in de nieuwe flat samenwonen met twee vrienden die een deel van de huur betaalden. Funders vondst is een creatieve interpretatie, maar ook niet meer dan dat.

Naamloos

Zo stoort de interpreterende Funder zich ook aan het feit dat Orwell in Homage to Catalonia 37 keer schrijft over ‘my wife’ maar zijn eega nooit bij naam noemt, terwijl Eileen in Spanje meedeed aan de antifascistische strijd tegen Franco en van moed en ware doodsverachting blijk gaf toen ze het stel vanuit Barcelona naar Frankrijk hielp ontsnappen. Zonder naam krijgt zo’n vrouw geen gezicht, het lijkt wel of Orwell in Spanje alleen de held uithing, klaagt Funder.

Het komt niet in haar op dat die gezichtsloosheid wel eens precies Orwells bedoeling kon zijn, namelijk om Eileen te beschermen tegen de wraak van Stalin en buitenlandse Moskou-getrouwe stalinisten die er in het boek zeer slecht van afkomen. Beter dus haar voornaam Eileen en haar twee achternamen, Blair en O’Shaughnessy, niet noemen zodat zij niet de prijs ging betalen voor zijn boek.

Het boek verscheen in 1938, ze wilden nog reizen mag je aannemen en buiten Spanje had het koppel ook last met grenswachten kunnen krijgen door een plotseling alliantie van een land met de Sovjet-Unie en een prompt door Moskou aan de bondgenoot verstrekte zwarte lijst van vijanden. De internationale situatie was nogal labiel toen, zoals bekend sloot Stalin met Hitler zelfs een non-aanvalspact. (Ik wilde in het Midden-Oosten ook geen paspoort met de Zayer-familienaam van mijn door sommige Syriërs, Jordaniërs, Libanezen, Saoedi’s en Iraniërs gehate Iraakse man. Van Ammelrooij is voor de meeste Arabieren niet uit te spreken en niet te onthouden qua spelling. Houwen zo, dacht ik.)

Eigen frustratie

Anna Funder, een feministe van de derde golf, laat vanaf het begin weten dat ze in haar eigen leven worstelt met het moederschap en de toch wat traditionele verdeling thuis van huishoudelijke taken en de opvoeding en begeleiding van drie kinderen. Dat is vervelend voor haar, veel vrouwen zullen het herkennen, ik ook – een beetje dan. Maar om die frustratie uit te leven op de onvermijdelijk ook niet perfecte George en Eileen en op eerdere biografen, vind ik niet zo chique. Funders vooringenomenheid wordt intellectuele blindheid. Na #MeToo ook #HeToo: getrouwde mannen deugen niet, toen niet en nog steeds niet, al gaan volgens onderzoeken negen op de tien wel eens vreemd. Het zijn geen kuise heren. Get over it, girls! zou ik als feministe zeggen. Wifedom geeft blijk van tunnelvisie, wat zoals bekend ook veel voorkomt bij rechercheurs die al vóór het eerste verhoor zeker weten dat de verdachte het gedaan heeft.

Wifedom: Mrs Orwell’s Invisible Life
Anna Funder
Uitgeverij Knopf
ISBN hardcover 9780593320686
Verschenen in augustus 2023